Voor een beetje aquatische natuur in een glazen bak, is het water in de bak natuurlijk belangrijk. Het kraanwater in Nederland en Vlaanderen vormt voor de meeste toepassingen een prima bron.

Meten is weten, opzoeken ook
Om te weten waar kraanwater uit bestaat kun je het zelf meten met een testkit of met apparatuur. Ook kun je een sample opsturen naar een laboratorium. Maar de waterwaarden van je kraanwater zijn al bekend. Je kunt ze gewoon online opvragen bij het waterbedrijf dat het water uit jouw kraan verzorgd.
Voor mijn kraanwater moet ik hier zijn: www.vitens.nl
Wat volgt is een overzicht van waterwaarden. De eerste 3 kolommen gaan we gebruiken om de inhoud van kraanwater te bepalen: inhoud (analysenaam), eenheid en gemiddelde waarde.

Kraanwater waterwaardes
Het kraanwater bepaald op hoofdlijnen wat voor type aquarium je kunt houden. Het is niet aan te bevelen om je kraanwater met “middeltjes” geschikt te maken voor een specifieke aquascape.
Meestal is dit niet nodig. Bovendien word je een beetje slaaf van het continu testen en doseren. Het leven in een aquarium is echter niet volledig passief aan de omgeving overgeleverd.
En al die middeltjes dan die in de winkel worden aangeboden? Waar een hobby is, is een industrie. Je kunt ook water en zelfs lucht in flesjes kopen.
Chloor
Het enige middeltje dat in sommige gevallen waardevol is, bestaat uit natriumdithioniet of natriumhydrosulfiet. Dit neutraliseert namelijk chloor of chlooramine. Maar omdat het kraanwater in Nederland geen chloor of chlooramine bevat, is een dergelijk middeltje niet nodig. In Vlaanderen is het vermoed ik niet anders.
Een zogenaamde waterconditioner heb je dus helemaal niet nodig.
Waterhardheid
De algemene hardheid van water, GH, wordt gedefinieerd als de concentratie aardalkalimetaal ionen opgelost in het water. Aardalkalimetaal ionen zijn kationen (2+ ionen), waarvan calcium, Ca2+ en magnesium, Mg2+ relevant zijn voor zoetwater aquaria. Hier houd ik voor het gemak Ca en Mg aan.
De hardheid van water is niet van heel groot belang. Ondanks dat vaak anders wordt beweerd is de waarde zeker voor planten niet van belang, mits er maar wat Ca en Mg in het water zit.
Voor de meeste volwassen vissoorten is GH van zeer gering belang. Voor de kweek van bepaalde vissoorten is GH wél van belang. En ook ongewervelden, zoals garnalen en slakken, hebben GH nodig.
De GH staat in het bovenstaande overzicht al benoemd en is gelijk aan 6.6 dGH.
1dGH = 17.86 mg/l GH
6.6 dGH is ongeveer gelijk aan 118 mg/l GH
Miligram per liter (mg/l) is nagenoeg gelijk aan de veelvuldig gebruikte maat, parts per million (ppm)
Een dGH van 3+ is prima voor 95% van alle toepassingen. Eventueel ongewervelden wat bijvoeden met voeding dat veel calcium bevat. Voor een dGH 6.6 hoeft dit eigenlijk niet.
In het overzicht vind je ook de concentraties calcium en magnesium benoemd. Calcium is 40.3 mg/l. Magnesium is 4.21 mg/l.
Tezamen is dit 44.51 mg/l GH, oftewel, 2.5 dGH.
Dat is een stuk minder dan de 6.6 dGH die is gegeven.
Het verschil zit ‘m in het verschillend moleculair gewicht van calcium en magnesium. GH is gebaseerd op calciumcarbonaat, CaCO3. Dat heeft weer een ander gewicht. De vraag moet dus zijn hoeveel mg/l calcium en mg/l magnesium overeenkomt met 1 dGH.
1dGH = 7.143 mg/l calcium
1dGH = 4.3 mg/l magnesium
Even rekenen:
Calcium: 40.3 / 7.143 = 5.64 dGH
Magnesium: 4.21 / 4.3 = 0.98 dGH
Opgeteld komen we dan op 6.6 dGH uit.
Meer informatie vind je in het artikel hardheid van water.
Alkaliteit
Alkaliteit is het vermogen van water om verandering in de zuurgraad pH tegen te gaan. In de aquarium hobby wordt dit altijd beperkt tot carbonaten CO32- en met name bicarbonaten HCO3–. Carbonaten komen in water voor bij een hogere pH.
Kraanwater heeft eigenlijk uitsluitend bicarbonaten. Dit wordt ook waterstofcarbonaat genoemd. De KH is typisch wat lager dan de GH. Er is dus meer Ca2+ en Mg2+ aanwezig dan HCO3–.
Hoe meer bicarbonaten in het water, des te hoger de alkaliteit. Het water kan vrijgekomen H+ ionen, die de zuurgraad (pH) vormen, dan binden (aan bicarbonaat ionen), waardoor verlaging van de zuurgraad wordt tegengegaan. Zodra alle bicarbonaten “bezet” zijn door H+ ionen, zullen de overgebleven H+ ionen, de zuurgraad weer doen dalen.
Over het algemeen werkt een wat lagere KH, wat een lagere zuurgraad mogelijk maakt, voor de meeste toepassingen wat beter. De zuurgraad volgt hieronder. De bicarbonaten op zichzelf zijn ook gunstig. Microben voeden zich ermee bij het omzetten van stikstof. En bepaalde plantsoorten kunnen zich ermee voeden als de CO2 concentratie in het water laag is.
Wanneer een zeer lage zuurgraad gewenst is, dan ben je beter af met water zonder bufferend vermogen. RO water (zie verderop in dit artikel) is dan de uitkomst. De pH in water met 0-1 dKH kan zeer variabel zijn. Echter gebeurd dit niet random. Het hangt namelijk volledig af van de concentratie van waterstofionen.
In het overzicht staat de concentratie waterstofcarbonaat ionen vermeld. Die is gelijk aan 115 mg/l. De KH is dus 115 mg/l of 115 ppm.
1 dKH = 21,8 mg/l bicarbonaat
Als we dit delen door 21,8 mg/l, komen we uit op een kH van 5.3 dKH.
Een dKH van 3+ is prima voor 90% van alle toepassingen.
Meer informatie vind je in het artikel alkaliteit van water.
Zuurgraad
De zuurgraad, pH, meet de concentratie positief geladen waterstofionen, H+, ten opzichte van de concentratie negatief geladen hydroxylionen, OH-. Als de concentraties van deze ionen gelijk zijn, dan is de zuurgraad neutraal. De pH is dan 7.
Als er meer waterstofionen aanwezig zijn, dan wordt de pH lager. Zijn er meer hydroxylionen aanwezig, dan is de pH hoger.
De zuurgraad heeft invloed op tal van biologische processen. Bij planten en bij dieren. Desondanks wordt het belang voor de meeste toepassingen zwaar overschat. De pH is ook voortdurend aan schommelingen onderhevig. Dit komt met name door CO2, dat afkomstig is uit de atmosfeer, uit de ademhaling van dieren en als bijproduct van microbiële activiteit.
De zuurgraad staan in het overzicht benoemd. Met een pH van 7.9 is het water basisch of alkalisch (niet te verwarren met alkaliteit) te noemen. Dat lijkt misschien aan de hoge kant, maar pH is een lastige parameter.
Meer informatie vind je in het artikel zuurgraad van water.
Koolstofdioxide CO2
De zuurgraad van water wordt voor een belangrijk deel bepaald door CO2. Wanneer CO2 vanuit de atmosfeer oplost in water, reageert een zeer klein deel ervan met water en vormt het koolzuur:
CO2 + H2O → H2CO3
Wanneer koolzuur reageert met water kan het waterstofionen H+ afstaan. Als CO2 de enige bron van H+ is, dan is de zuurgraad ongeveer 7.8 pH.
De CO2 concentratie is in het overzicht ook gegeven: 2.9 mg/l. Dit ligt iets hoger dan de concentratie die je in een bak water aantreft, waarvan het wateroppervlakte in contact staat met lucht. De concentratie is dan ongeveer 0.5 mg/l. Zit er leven in de bak dan stijgt de concentratie naar ongeveer 3 mg/l.
Meer informatie vind je in het artikel zuurgraad van water.

Kraanwater versus aquarium water
Het water uit kraanwater is niet hetzelfde als het water in je aquarium. Verschillende biochemische processen zorgen ervoor dat de waterwaardes veranderen.
Als je verdampt water aanvult met kraanwater, dan zal de GH toenemen. Vandaar dat vaak wordt aangeraden om verdampt water aan te vullen met zuiver (RO) water. Water waar dus geen mineralen als calcium, magnesium en bicarbonaat in zit.
De KH zal door microbiële activiteit afnemen. De pH is een speelbal van KH en CO2. De CO2 is afhankelijk van de ratio wateroppervlakte en watervolume, microbiële activiteit en respiratie door dieren.
Heb je een beplant aquarium, dan fluctueert CO2 en daarmee ook de pH sterk gedurende de dag. Zowel de KH als de GH nemen over tijd af door planten.
Zuurstof is in het overzicht ook benoemd: 5.9 mg/l. Dat is redelijke typerend voor water waar weinig microben actief zijn. In aquarium water zijn microben wel degelijk actief, waardoor de concentratie opgeloste zuurstof daalt.
Wat mij betreft is dit de belangrijkste parameter in de hobby waar je aandacht aan moet besteden.
Kraanwater is ook plantenvoeding
In kraanwater zit naast calcium, magnesium en bicarbonaten, nog een heleboel andere mineralen. Naast zuurstof, CO2, water en licht, hebben planten mineralen nodig om te leven en te groeien.
Ongeveer 90% van een plant bestaat uit water. Halen we het water uit de plant, dan blijft er “droge stof” over. Koolstof (uit CO2), waterstof en zuurstof maken tezamen bijna 90% van de chemische samenstalling uit van deze droge stof.
De overige ruim 10% bestaat voornamelijk uit stikstof N (4%), kalium K, (4%), calcium Ca, (1%), fosfor P, (0,5), magnesium Mg, (0,5%), zwavel S, (0,5%), chloride Cl, (0,1%). De overige mineralen, waaronder ijzer, maken een nog veel kleiner deel uit van een plant.
De meeste van deze mineralen zijn in meer of mindere mate aanwezig in kraanwater. Aangevuld met de afvalstoffen van vissen en eventuele decompositie van organisch materiaal (plantenresten), beschik je door middel van waterwissels over plantenvoeding.
Meestal mag er nog wat extra NPK (stikstof, fosfor, kalium) gedoseerd worden. Ondanks dat ijzer maar in zeer beperkte mate aanwezig is, wil het voor een plant wel eens lastig zijn om ijzer op te nemen. En dus zou er misschien wat extra ijzer toegevoegd moeten worden in een vorm die matcht met de gemiddelde pH van het aquariumwater.
Kraanwater versus osmose water
Voor sommige toepassingen is heel zacht water nodig. Voor het kweken van bepaalde vissoorten bijvoorbeeld. Of voor een zogenaamd zwartwater biotoop.
Daarnaast zijn er hobbyisten die graag hun eigen water samenstelling. Op basis van zuiver water waar zij dan zelf mineralen aan toevoegen.
Het zuiver water wordt vaak osmose water genoemd. Door kraanwater door een zogenaamde reverse osmosis (RO) filter te laten lopen, worden mineralen en andere deeltjes uit het water gefilterd. Zuiver water blijft er dan over.
Omdat in osmose water geen mineralen zit, en dus geen GH en KH heeft, is het water zacht.
Afhankelijk van je toepassing, kun je het daarbij laten. Of je voegt bepaalde mineralen toe. Of je mixt het in een bepaalde verhouding met kraanwater. Je verdunt / verzacht dan je kraanwater.
Osmose water heeft een neutrale zuurgraad, een pH van 7 dus, maar zodra het in contact komt met lucht, lost CO2 in het water op en daalt de pH naar ongeveer 6. Dat is lager dan de eerder genoemde pH van 7,8. Osmose water heeft echter geen bufferend vermogen (KH). Dit verklaart de lagere pH.
Blijf scapen,
Ruud
@ Nature Scapes