Fosfaat en fosfor voor planten
Ik vind het idee van “dosis macros in de ochtend en micros in de avond” ook een beetje onzinnig. PO4 wordt gedurende de dag wel iets minder door opname door planten, maar het is niet minder ‘effectief’ in het neerslaan van Fe in oplossing, ongeacht of het ’s ochtends of ’s avonds is.
PO4-niveaus dalen dus inderdaad gedurende de dag, maar PO4 blijft meestal goed in de waterkolom zitten. Het is een anion en wordt nauwelijks opgenomen door negatief geladen substraten, wat verklaart waarom fosfaat een probleem vormt in waterzuivering. Het is moeilijker te verwijderen dan andere ionen. Nitraat heeft een soortgelijk gedrag, hoewel denitrificatie door anaerobe bacteriën hierbij kan helpen.
Kalium (K+), een kation, is heel anders en wordt juist aangemoedigd om de waterkolom te verlaten. PO4 blijft daarentegen weken (of maanden, of langer) in de waterkolom van een aquarium, zolang planten het niet gebruiken of het niet wordt verwijderd via waterverversingen.
Voeg je op enig moment ijzer toe, dan zal er direct FePO4 worden gevormd. De sterkte van de chelaten (en een mix ervan) speelt hierbij een grote rol. IJzer wordt ‘gevangen’ in de chelaatstructuur en PO4 kan er niet bij. Naarmate de chelaten afbreken, begint PO4 toch met ijzer te reageren. Zelfs als PO4 12 dagen geleden is toegevoegd, zal het direct reageren met Fe zodra dit beschikbaar komt.
Als ik een automatische dosering zou hebben, zou ik Fe toedienen net voordat de lichten aangaan, zodat licht helpt het beschikbaar te maken voor planten. Dit zorgt ervoor dat er maximaal Fe beschikbaar is voor fotosynthese. Omdat ik het handmatig doe en dit al jaren zo doe, doseer ik niet dagelijks maar om de dag, waarbij ik macros en micros tegelijkertijd toevoeg. PO4 van eerdere doseringen zal waarschijnlijk nog aanwezig zijn, zolang de voedingsstoffen niet beperkend zijn, dus maak je geen zorgen over het exacte tijdstip van doseren.
Ik heb lange tijd het advies gevolgd om Fe en PO4 niet samen te doseren… totdat ik gemakzuchtig werd en ze toch samen toevoegde. Raad eens? Er gebeurde niets. Geen problemen, geen troebelheid, en de planten bleven er goed uitzien, inclusief sterke rode kleuren. Het is inmiddels jaren later, en die luiheid heeft nog steeds geen problemen opgeleverd.
Van nature komt PO4 in lage concentraties voor in de meeste omgevingen. Omdat het geen gasvormige fase heeft en een lage oplosbaarheid, blijft het op de plek waar het is afgezet. Dit leidde tot grote afzettingen in gebieden met een droog klimaat, oceaanopwelling en koloniale zeevogels. In de 19e en vroege 20e eeuw werden deze afzettingen van “guano” gewonnen als bron van PO4, en de meeste fosfaatmeststoffen worden nog steeds gewonnen uit fossiele gesteenten.
Fosfaten zijn eigenlijk een fossiele hulpbron, net als fossiele brandstoffen, en we gebruiken ze duizenden keren sneller dan ze van nature worden aangevuld.
Nutriëntenbeperking leidt tot biodiversiteit, en planten hebben symbiotische relaties met mycorrhiza ontwikkeld om schaars PO4 uit de bodem te halen. Zodra PO4 vrij beschikbaar wordt, veranderen de omstandigheden en profiteren een beperkt aantal organismen, zoals grassen (zowel vaste weidegrassen als jaarlijkse graangewassen) en moeilijk eetbare onkruiden zoals brandnetel (Urtica dioica) en zuring (Rumex spp.). Als PO4 eenmaal is toegevoegd, kun je het niet meer terugdraaien en raak je afhankelijk van een cyclus van meststoffen en herbiciden om productief te blijven. Dit is prima in landbouwsituaties, maar als dat PO4 in niet-landbouwsituaties terechtkomt, leidt het tot veranderingen in de plantengemeenschap, wat verklaart waarom veel van onze rivieren nu omzoomd zijn met enorme velden brandnetels.
Het is al langer bekend dat aquatische plantengroei vaak beperkt wordt door fosfaat, en het toevoegen van PO4 leidt tot “bloei” van fytoplankton. Dit vermindert het licht dat ondergedompelde waterplanten bereikt, wat leidt tot een cyclus van enorme algenbloei gevolgd door sterfte van algen, zuurstoftekort, en opnieuw algenbloei.