Het beplant aquarium

Leestijd 15 minuten / Laatst gewijzigd 27 juli 2024 / Auteur Ruud de Keijzer

Een beplant aquarium is zeer belonend. Een beetje onderwater natuur in huis. Stress-verlagend voor de een, stress-verhogend voor beginners die planten dood zien gaan en algen de kop zien opsteken. Vaak lijkt er dan sprake te zijn van meer focus op technologie dan focus op biologie. Als een aantal lessen biologie in acht worden genomen, werkt een beplant aquarium vergevingsgezind en is daardoor makkelijk in onderhoud.

Aquaria, biotopen en aquascapes

Planten kunnen op verschillende manieren in een glazen bak worden gehouden. In een vissen aquarium dienen ze vaak als decoratie of als filter. In een beplant aquarium, zoals de Nederlandse stijl of Hollandse bak, zijn de rollen meer in evenwicht, of zijn de rollen omgedraaid en spelen planten de hoofdrol. In biotopen hoeven ze niet aanwezig te zijn of delen ze het veld met hout en / of stenen. De plantsoorten wijken vaak ook af van andere beplante aquaria.

Een aquascape is in feite allesomvattend. Een beetje de tegenhanger van de klassieke vissenaquarium, waar de focus duidelijk ligt op vissen. Bij aquascapes ligt de focus op het geheel en vaak voeren planten de boventoon. In de populaire ‘nature’ aquascapes, kan het er best onnatuurlijk aan toe gaan met het gebruik van plantensoorten die in de natuur grotendeels boven water staan.

Ongeacht de verschillen tussen beplante aquaria bestaan er ook heel veel overeenkomsten. Deze komen in dit artikel aan bod. Onderaan het artikel geef ik een recept voor een super eenvoudig op te zetten en te onderhouden beplant aquarium.

Aquariumplanten

In de natuur komen een aantal soorten aquariumplanten voor als waterplanten, waarvan sommige soorten volledig onder water staan in ondiep water, vaak dicht bij de randen. Andere plantensoorten drijven op het water of ze zijn geworteld in de bodem met hun bladeren drijvend op het water.

De meeste plantensoorten die in aquaria en aquascapes worden gehouden, zijn echter randzone planten die langs wateren staan of zijn het plantensoorten die afkomstig zijn uit drasland (moeras, wetlands).

Licht en CO2

Deze planten hebben boven water te maken met hoge CO2 concentraties en, afhankelijk van het gebied, variërend lichtintensiteit. Onder water hebben ze met veel lagere CO2 concentraties te maken en vaak is de lichtintensiteit beperkt door het deel dat boven water staat of omliggende bomen en planten.

In het gemiddelde aquarium ligt de CO2 concentratie echter nóg lager, terwijl standaard aquarium verlichting juist een hoge lichtintensiteit heeft. De zeer lage CO2 concentratie en hoge lichtintensiteit is de belangrijkste oorzaak voor problemen bij planten in een aquarium.

Tip: Houdt de lichtintensiteit laag tot zeer in een beplant aquarium zonder CO2, zeker bij de start en wanneer de hoeveelheid planten gering is gegeven de omvang van het aquarium.

Aquascaping

Wie op zoek gaat naar aquariumplanten ziet dat ze vaak worden ingedeeld in planten voor de voorgrond, middenzone en achtergrond. Dit correspondeert hoofdzakelijk met de lengte die planten kunnen bereiken, maar verder mag je deze verdeling los laten. Je kunt zogenaamde achtergrondplanten prima voorin houden en kort snoeien. Of je laat juist planten op bepaalde plaatsen voorin hoger groeien.

Bepaal de keuze voor plantensoorten veel liever op basis van de aquascape die je beoogd. Voor een aquascape dat uit veel hout bestaat werken mossen en andere epifyten goed. Een biotoop vraagt om plantensoorten die voorkomen in een bepaald habitat. En een aquascape waarbij het leven boven water even belangrijk of zelfs belangrijker is dan het leven onder water, spreekt weer een andere voorkeur voor plantensoorten uit.

Een aquarium met alleen planten werkt natuurlijk ook prima. Of wat hout en stenen die op het substraat een bijrol vervullen. Plantensoorten kun je strak gegroepeerd planten. Dit zien we terug in de zogenaamde Nederlandse stijl. Maar je kunt plantensoorten ook wild door elkaar plaatsen.

Aandachtspunten:

  • De meeste rood gekleurde planten en bodembedekkende plantensoorten, ogen rood of bedekken de bodem, dankzij een hoge lichtintensiteit. Hiervoor is CO2 gas nodig en een aanpak voor plantenvoeding (mineralen).
  • Houdt rekening met de omvang van een plantensoort, zowel de plant als geheel als de bladgrootte. Een grote plantensoort of een grote bladvorm maakt een aquarium al snel klein.

Tips voor planten, met name in de rol van ‘opvullers’:

  • Sterrenkruid, Heteranthera zosterifolia
  • Parelgras, Hemianthus micranthemoides

Algen

Planten zijn over het algemeen geen partij voor algen. Algen hoeven geen ’terrestrische structuren’ te bouwen, zoals stengels en transportvaten. Er is dan ook geen sprake van indirecte concurrentie tussen planten en algen over licht, CO2 en mineralen. Algen hebben veel minder behoefte aan mineralen, CO2 en licht dan planten. Alles wat je doet om het planten naar hun zin te maken, werkt ook bevorderend voor algen.

Hoe voorkom je algen? Enerzijds door het planten zeker naar hun zin te maken zodat ze de directe concurrentie aankunnen door middel van afweerstoffen (allelopathie). Een bak die vol met gezonde planten staat, verlaagt de kans op algen aanzienlijk. Ook als er sprake is van een hoge lichtintensiteit en een overdaad aan plantenvoeding (Estimative Index).

Daarnaast moet voorkomen worden dat algensporen ontkiemen. Algensporen zijn overal aanwezig en polsen continue of de condities in de omgeving gunstig voor ze worden. Die condities komen overeen met ‘de lente’. De dagen worden langer, de lichtintensiteit wordt sterker, de temperaturen worden warmer en de biologische activiteit neemt toe en komen er meer organische stoffen en stikstof vrij.

Wat tips:

  • Planten hebben niet veel lichtintensiteit nodig. De meeste plantensoorten kun je prima houden op zo’n 5 a 10% van de normale output van aquariumverlichting. Het komt de gezondheid van planten ten goede, het zorgt wel voor tragere groei, en het voorkomt ontkieming van algensporen.
  • Een lage concentratie ammonia en organische stoffen door regelmatig waterwissels uit te voeren.
  • Maximale concentratie opgeloste zuurstof door het wateroppervlakte kraakhelder te houden en voldoende beweging van het water te creëren.

Omgevingsfactoren

Aquarium

Alle type aquaria zijn geschikt voor planten. Zelf geef ik de voorkeur aan de volledig kale, randloze bakken die populair zijn bij aquascaping.

Prima dimensies voor aquascaping zijn bakken waarvan de hoogte gelijk is aan de diepte (van voor naar achter). Bakken van 45x30x30, 60x35x35, 90x40x40, of 120x45x45 (l x b x h, in centimeter) werken prettig. Voor een beplant aquarium, met weinig hout en stenen, zou je ook voor een iets minder diep aquarium kunnen kiezen.

Bij twijfel tussen verschillende aquaria, kies voor de wat hogere bak. Je bent immers vrij om zelf de waterhoogte te bepalen. Die kan tot de rand worden gevuld, maar bijvoorbeeld ook tot de helft.

Met name stengelplanten, zoals Rotala en Ludwigia soorten, zijn gebaat bij hoogte. Omdat het substraat ook hoogte inneemt, zou ik nooit een aquarium kiezen dat lager is dan 30 cm hoogte.

Een aquarium in kubusvorm van 30 cm is prima om mee te experimenteren of gewoon om te houden in een woonkamer.

Bodem

Bepaalde plantsoorten (drijfplanten en epifyten) hoef je niet te planten in substraat. Sterker nog, geen enkele plantensoort heeft onder water substraat nodig.

Ga je voor een beplant aquarium met alleen drijfplanten en epifyten, dan kun je voor het uiterlijk een (dunne) laag substraat gebruiken. Wil je planten in substraat plaatsen, dan maakt het soort substraat niet of nauwelijks uit.

Het internet staat vol met verkeerde aannames over de voor- en de nadelen van verschillende bodems of substraten. De verschillen worden in de loop der tijd kleiner en bovendien wordt alles beperkt door een glazen bodem die meestal niet ver onder het substraat ligt.

Voor een beplant aquarium wordt meestal zand gebruikt of een op klei gebaseerd substraat waar doorgaans mineralen aan zijn toegevoegd, zoals de zogenaamde aquasoils.

Soms worden beide typen samen gebruikt:

  • Of ze worden in hoogte gescheiden, met het op klei gebaseerd substraat als onderlaag en het zand als bovenlaag. Bij de zogenaamde Walstad bak (zie verderop), wordt voornamelijk cellulose-rijk substraat gebruikt.
  • Of ze worden horizontaal van elkaar gescheiden, met het op klei gebaseerd substraat achterin voor de stengelplanten, en het zand voorin voor het uiterlijk. Dit is populair bij de zogenaamde ‘nature aquascapes’.

Zand leeft

Maar alleen het gebruik van zand voor plantenwortels werkt ook prima. Planten nemen mineralen onder water gewoon via de bladeren op, ook de zogenaamde wortelvoedende planten. Bovendien komt zand redelijk snel tot leven. Mineralen en organische stoffen vinden hun weg in het substraat. Plantenwortels schieten uit en geven zuurstof af. En micro-organismen vinden hun weg in deze minerale, organische en zuurstofrijke omgeving. Zand leeft meer dan de ogen doen geloven. Daar hoef je geen jaren op te wachten.

Licht

In tegenstelling tot vaak wordt aangenomen is aquariumverlichting voor een beplant aquarium niet per definitie nodig. Een goed verlichte omgeving waarin het aquarium staat is vaak voldoende.Maar een aquarium ziet er voor jezelf meestal wel beter uit met aquariumverlichting.

Op de markt bestaan tal van dure verlichting, speciaal geschikt voor aquariumplanten. Vaak in diverse prijscategorieën, waarbij de duurste prijscategorie uiteraard geschikt is voor de moeilijkste plantsoorten. Moeilijke plantensoorten zijn echter vooral CO2 behoevend. Een plantensoort als Rotala wallichii groeit prima onder verlichting die voor vissen is bedoeld.

Planten zijn heel flexibel met betrekking tot het lichtspectrum. In de natuur hebben ze ook met veel variatie in het lichtspectrum te maken, door overtrekkende wolken of concurrerende planten of bomen.

De paars kleurende groeilampen die in de tuinbouw worden gebruikt, zijn hoofdzakelijk efficiënt omdat planten meer energie kunnen halen uit de blauwe en rode bandbreedtes. Je hebt dus miner lichtintensiteit nodig als je de bandbreedte daarop concentreert. Voor een tuinbouwer scheelt dit in de protomonnee. Maar voor je aquascape oogt dat paarse licht een stuk minder.

Waar moet je dan wél op letten bij de aanschaf van verlichting?

Dimbaar licht
Zorg dat je de lichtintensiteit gedurende meerdere punten op een dag kunt instellen. Dan kun je én de maximale lichtintensiteit instellen én deze gedurende de dag variëren. Planten hebben ongeveer 6 a 7 uur voldoende licht nodig om suikers te produceren door fotosynthese. Na de fotosynthese kun je het licht langere tijd zonder problemen aanhouden, maar gedurende 10 uur moet het licht uitstaan.

TijdLichtintensiteit
X (iets na zonsopgang)1% van de output
X+5 minuten10% van de output
X+6 uur10% van de output
X+8 uur1% van de output
X+bedtijd of zonsondergang0% van de output
Hier staat 10% gegeven. Dat is prima voor de opstart. Naarmate de bak volwassener wordt en de plantdichtheid hoger wordt, kun je het percentage toe laten nemen.

Water

Voor planten kun je water uit zo’n beetje iedere waterbron gebruiken, waaronder kraanwater. In kraanwater zit bovendien een bescheiden basis aan mineralen (plantenvoeding). Als je een beplant aquarium low energy houdt en er behoorlijk wat vissen rondzwemmen, is de natuurlijke afbraak van afvalstoffen in het aquarium en regelmatige waterwissels op basis van kraanwater, misschien al voldoende om je planten van mineralen te voorzien.

Over het algemeen houden planten van wat zachter water, in het Nederlandse of Vlaamse kraanwater doen ze het ook goed. In West-Vlaanderen is het water over het algemeen wat harder. Hardheid verwijst naar GH en naar KH en pH.

Het injecteren van CO2 gas zou redelijk nutteloos zijn in hard water. Dit is niet correct. Wanneer identieke hoeveelheden CO2 worden opgelost in hard water, is de daling van de pH niet zo groot als wanneer het oplost in zacht water, dus lijkt het alsof CO2 minder effectief is in hard water.

GH

GH is de concentratie calcium en magnesium ionen. Twee mineralen die planten dus nodig hebben. Een te hoge GH, dus een te hoge concentratie calcium en magnesium, kan de opname van andere essentiële mineralen in de weg zitten. Dan zou er dus ook meer van de andere mineralen toegevoegd moeten worden. Zacht water is voor de meeste plantensoorten dus wat makkelijker.

Maar veel van deze wijsheid is afkomstig uit de tuinbouw. In het water lijken planten het makkelijk te hebben. Daar komt bij dat planten geen onschuldige bijstaanders zijn, maar actief hun directe omgeving beïnvloeden om de juiste mineralen tot zich te nemen, en ook intern, zorgen ze voor de juiste ratio’s mineralen die nodig zijn voor een bepaalde functie.

KH en pH

KH verwijst hoofdzakelijk naar de concentratie waterstofcarbonaten HCO3 in water. De pH verwijst naar de concentratie waterstofionen H. Een klein beetje water H2O dissocieert van nature in H en in OH. In evenwicht geeft dit een pH van 7. In water komen zuren vrij door CO2 diffusie en door microbiële activiteit. Die zuren zijn waterstofionen. Er zijn dan meer H’s dan OH’s in het water aanwezig, wat de pH doet verlagen en het water zuur maakt. Als er waterstofcarbonaten in het water aanwezig zijn, worden deze waterstofionen gebonden. Dit voorkomt verzuring.

Met name micro-nutrienten, zoals ijzer, worden door planten opgenomen als het water wat zuurder is. Dus ook hier geldt dat zacht water, in dit geval verwijzend naar KH, voor de meeste plantensoorten het leven wat makkelijker maakt.

Maar plantensoorten zijn geen onschuldige omstanders. Er is niet alleen sprake van passieve opname, maar ook door actieve opname van mineralen. Planten zijn in staat om een direct omgeving te creëren die voor hun gunstig is. Zo kunnen ze bijvoorbeeld zuren vrijlaten waarmee de pH in hun direct omgeving wordt verlaagd. En veel echte waterplanten hebben het vermogen om waterstofcarbonaten als koolstofbron te gebruiken.

Om een langer verhaal korter te houden, is zacht water over het algemeen wat gunstiger, maar lijken de meeste plantensoorten ook in wat harder gehouden te kunnen worden.

Mineralen

Je zou het onderwerp mineralen misschien verwachten bij het onderwerp bodem, maar voor beplante aquaria ligt de koppeling met water, minstens zo voor de hand omdat planten mineralen in het water via iedere lokatie op zullen nemen.

Hobbyisten die een zogenaamde high energy aquarium houden (zie verderop), voeden planten hoofdzakelijk of louter via het water. Voor een low energy aquarium is er geen reden om dit anders te doen.

Planten hebben veel minder behoefte aan mineralen dan aan water en CO2. Injecteer je geen CO2 gas, dan zal de mineralen huishouding niet snel een probleem vormen.

In een low energy aquarium zal door afbraak van afvalstoffen, afkomstig van dieren en van planten, en door waterwissels op basis van kraanwater, de hoeveelheden mineralen worden aangevuld. Van stikstof, kalium en misschien ook van magnesium en fosfor zou je wat extra kunnen doseren.

VerhoudingElement
1000zuurstof O, koolstof C
100waterstof H, stikstof N, kalium K
20calcium Ca, magnesium Mg, fosfor P, zwavel S
1ijzer Fe
< 1boor B, koper Cu, mangaan Mn, molybdeen Mo, zink Z, chloor Cl
Een overzicht van elementen waar planten behoefte aan hebben, weergegeven in een zeer ruwe verhouding.

In een high energy beplant aquarium neemt alles met factor 10 toe en speelt de mineralen huishouding in het water, een belangrijke rol. Lees verder over mineralen en plantenvoeding.

CO2

Sommige plantensoorten worden als ‘moeilijk te houden’ gekwalificeerd. Ze zouden speciale eisen stellen aan omgevingsfactoren, maar eigenliojk . Dit heeft eigenlijk altijd met CO2 te maken. Sommige plantensoorten hebben meer moeite met de veel lagere CO2 concentratie van water. Een plantensoort als Pogostemon stellatus lijkt echt geholpen te zijn met CO2 gas injectie.

Plantensoorten die zonder CO2 toevoeging kunnen, zijn ook geschikt voor CO2. Maar mét CO2 injectie kunnen deze er wat anders uitzien. Ambulia, Limnophila sessiliflora, bijvoorbeeld, is prima geschikt voor een klein aquarium zonder CO2 injectie. Injecteer je CO2, dan wordt de Amublia een stuk forser en oogt het kleine aquarium, ook echt klein.

Overigens kun je prima CO2 in low energy aquaria injecteren en de lichtintensiteit laag houden. Dit draagt bij aan de gezondheid van planten. En je kunt het licht zelfs nog sterker dimmen door het toevoegen van CO2.

CO2 injectie en lage lichtintensiteit klinkt misschien onlogisch, maar het zijn condities die we in de natuur vaker tegenkomen dan de condities van een gemiddeld beplant aquarium.

Het voordeel voor een aquarium is dat je planten kunt houden, zoals Rotala wallichii. Planten die als “moeilijk” worden getypeerd, hebben geen speciaal substraat, voedingsstoffen of verlichting nodig. Moeilijke planten doen het gewoon slecht in lage CO2 condities. Door CO2 te injecteren, kun je dit soort planten houden in een low energy bak.

Hoeveelheid
CO2 gas wordt minimaal een uur voor de lichten aangaan, geinjecteerd gedurende 8 uur. Dit komt overeen met de X + 7 in bovenstaande tabel. Vanaf X+ 6 dimt de verlichting langszaam naar 1% en ook de CO2 gas toevoer, loopt na uitschakelijk nog wel even door.

De exacte hoeveelheid is minder relevant dan de stabiliteit van de aanvoer. Zelfs een lage, maar constante toevoer, levert planten altijd meer CO2 op dan wanneer er geen CO2 wordt geïnjecteerd. Een variërende toevoer van CO2 levert stress op, wat resulteert in uitscheiding van organische stoffen die algensporen, in combinatie met een hoge lichtintensiteit, doen ontkiemen.

Aquascaping-voor-beginners

Zuurstof

Het belang van zuurstof in een beplant aquarium wordt denk ik onderschat. Planten produceren immers zelf zuurstof uit fotosynthese en scheiden deze zuurstof, deels, uit. Onder meer via de wortels om microben te voeden. Maar planten hebben zelf zuurstof nodig voor respiratie en het is onduidelijk of de zuurstof die vrijkomt uit fotosynthese hiervoor wordt gebruikt, of het wordt opgeslagen en waar de zuurstof vandaan komt buiten fotosynthese.

De meeste aquariumplanten hebben in de natuur toegang tot de atmosfeer, net als CO2. Maar in een aquarium is dit anders. Louter op basis van mijn eigen ervaringen heb ik sterk de indruk dat planten in een aquarium beter ogen als het wateroppervlakte schoon is en er sprake is van voldoende waterbeweging.

Tip: een filter zonder filtermedia, dus puur om water in beweging te krijgen en te houden, en met een luchtslangetje aan de uitgang (venturi), is het belangrijkste technologie voor een beplant aquarium. Ter bescherming van hele kleine jonge vissen en garnalen, zal iets van bescherming aan de filter toegebracht moeten worden.

Energieniveau

Je kunt een beplant aquarium in verschillende energieniveau’s houden. Een bak met een lage lichtintensiteit en koeler water (low energy) werkt anders dan een bak met een hoge lichtintensiteit, CO2 gas injectie en wat hogere watertemperatuur (high energy).

Voor de meeste plantensoorten werkt low energy prima. Ook voor veel plantensoorten die juist met high energy worden geassocieerd. Maar met high energy kun je het uiterlijk van veel plantensoorten wel wat veranderen.

Plantensoorten die rood kleuren door het rode pigment (anthocyanine), zeker onder hoge lichtintensiteit, zijn populair. Om de lichtintensiteit te verhogen zul je CO2 moeten injecteren en voldoende mineralen moeten toevoegen. Laagblijvende bodembedekkende plantsoorten zijn ook populair. Voor sommige soorten zul je de lichtintensiteit, en daarmee ook de CO2, omhoog moeten brengen, zodat de groei laag blijft.

In de praktijk van beplante aquaria, zien we een aantal benaderingen terug, variërend van high tech tot low tech.

High techRookieNATurelLow techLEAFWalstad
Licht
intensiteit
hooghooggemiddeldlaagheel laaglaag
CO2
hoogheel laaghoogheel laagheel laaglaag
Water
beweging
hoogvariërendvariërendvariërendhooggeen
Planten
voeding
onbeperktvariërendvariërendvariërendvariërendvisvoer
Water
wissels
50%variërendvariërendvariërendlaaglaag

High energy

High energy wordt meestal ‘high tech’ genoemd en verwijst naar het gebruik van ‘de betere spullen’ om de volledige potentie uit planten te halen. In de praktijk komt dit neer op CO2 gas injectie, een hoge lichtintensiteit en meestal een onbeperkte beschikbaarheid van mineralen. Daarmee staat high tech voor high energy.

De voordelen:

  • Dichte begroeing
  • Sommige plantensoorten blijven laag. Bodembedekkende plantensoorten zijn een goed voorbeeld, maar bijvoorbeeld ook de populaire Rotala rotundifolia vertoont niet de kaarsrechte groei die we in low tech zien.
  • Rode pigmentatie
  • Snelle groei (kan ook als nadeel worden gezien)

Omdat de planten behoorlijk wat organische stoffen uitscheiden, wordt een grote wekelijkse waterwissel aangeraden. Organische stoffen in combinatie met een hoge lichtintensiteit, maar deze benadering gevoeliger voor algen.

Estimative index (EI)
Voor high tech beplante aquaria geldt, dat mineralen via het water toegediend moeten worden om aan de vraag te voldoen. Sommige mineralen vinden hun weg in het substraat en veel mineralen worden direct opgenomen via de bladeren.

Maar hoeveel planten exact nodig hebben is niet zo makkelijk te bepalen, omdat:

  • Ieder mineraal dat planten nodig hebben vervult meerdere functies. En meerdere functie worden gevoed door meerdere mineralen.
  • Plantensoorten vertonen onderling verschillen.
  • Planten mineralen op kunnen slaan voor later gebruik en zelf het aanbod kunnen reguleren door bijvoorbeeld een blad op te geven en de mineralen te her-alloceren voor nieuwe groei.
  • Mineralen die in water uiteenvallen kunnen binden met andere mineralen of zuren, en zo niet beschikbaar zijn voor planten. Door veranderende condities kan de nieuwe binding uiteenvallen en weer beschikbaar komen voor planten.

De zogenaamde Estimative Index is een aanpak die uitgaat van de gedachte dat 1) omwille van deze complexiteit, je maar beter onbeperkt mineralen kunt toedienen, en 2) deze anorganische mineralen in combinatie met gezonde planten, niet zo snel algen zullen laten ontkiemen. Ontkiemen van algen wordt veroorzaakt door de combinatie van organische stoffen en hoge lichtintensiteit.

Aquariumplanten hebben sowieso behoefte aan grotere hoeveelheden macronutriënten in vergelijking tot micronutriënten. Voor high energy bakken geldt dit nog sterker. En dan specifiek veel behoefte aan nitraat, kalium, fosfor, magnesium én de micronutriënt ijzer.

Omdat nutriënten elkaar letterlijk in de weg kunnen zitten, worden ze op verschillende dagen via het water toegediend, gevolgd door een wekelijkse grote waterwissel.

Rookie

Dit is niet zozeer een methode, maar veel meer een ‘onbewust, onbekwame’ aanpak. Geen CO2 gas injectie in combinatie met standaard aquariumverlichting wat een te hoge lichtintensiteit voor planten heeft. Vervolgens verkleuren de planten en nemen het algen het over.

Met de vinger wordt typisch gewezen naar mineralen. En dus worden dure voedingstabletten in het substraat gestopt en vloeibare voeding in het water gedoseerd. Maar als de CO2 concentratie laag is, is de mineralen behoefte ook laag.

De Rookie aanpak werkt in hele dicht beplante aquaria met hoofdzakelijk plantensoorten die prima overweg kunnen met de lage CO2 concentratie. De bovenste regionen van de planten bevinden zich in de buurt van het wateroppervlakte (relatief iets hogere CO2) en creëren schaduw (lagere lichtintensiteit) voor de regionen verder van het wateroppervlakte. Dit kan prima werken.

De dichte beplanting en de productie van afweermiddelen door deze planten, voorkomt de ontkieming van algen.

Naturel

Deze methode wordt zelden toegepast en is eigenlijk ook naamloos. CO2 gas injectie wordt gecombineerd met een lage lichtintensiteit. Deze combinatie komt het meeste overeen met wat we in natuurlijke wateren terugzien.

Het resultaat zijn gezonde planten, die weliswaar een stuk langzamer groeien en veel minder kleuren vertonen. Omdat de fotosynthese niet op volle toeren draait vanwege de lage lichtintensiteit, past een low tech benadering van mineralen toedienen hier prima bij.

Low energy

Low energy wordt meestel ‘low tech’ genoemd. Een populaire methode, omdat er geen CO2 gas injectie aan te pas komt. Voor sommige hobbyisten is dit een brug te ver. Omdat de natuurlijke CO2 concentratie in een aquarium het uitgangspunt is, zal het licht vrij sterk gedimd moeten worden.

Sommige plantensoorten kunnen wat dun of tenger ogen. En de plantengroei is per definitie langzaam.

Plantenvoeding
Als de CO2 concentratie laag is, is er veel minder behoefte aan mineralen. Maar de gedachte achter de Estimative Index (EI) is ook van toepassing op low tech. De uitvoering kan echter verschillen.

Een voedingsrijke bodem is populair voor low tech. In combinatie met waterwissels en voedingstoffen (mineralen) die door bacteriën uit afvalstoffen zijn vrijgemaakt, kun je maanden vooruit. Wat rest is het monitoren van plantsignalen:

  • Gele verkleuring in oudere bladeren impliceert een gebrek aan macronutrienten
  • Een bleke kleur in nieuwe bladeren impliceert een gebrek aan micronutrienten

Het laatste kan een beetje tricky zijn, omdat hele jonge bladeren sowieso vaak lichter van kleur ogen. Micronutrienten vormen echter zelden een probleem. Aan kalium en nitraat kan wel eens een tekort zijn. Heel misschien ook nog magnesium.

IJzer heel misschien, maar ik heb het in decennia nog nooit meegemaakt. IJzer is een lastig mineraal, omdat het wel aanwezig kan zijn, maar niet altijd beschikbaar. Zeker in ‘volwassen’ substraten met een goed ontwikkelde rhizosfeer, mag een ijzer-tekort geen probleem zijn; zelfs op basis van louter waterwissels.

LEAF

De LEAF methode is een low tech variant, waarbij de lichtintensiteit bewust heel laag blijft, richting het licht-compensatiepunt. Dit is de minimale lichtintensiteit die planten nodig hebben. Dat punt ligt veel lager dan meestal wordt verondersteld. Of het wordt verward met de CO2-compensatiepunt; sommige planten hebben meer moeite met een lage CO2 concentratie ook onder een wat hogere lichtintensiteit.

Deze twee factoren zijn echter niet onafhankelijk van elkaar. Een hogere CO2 concentratie maakt een nog lagere lichtintensiteit mogelijk.

Vanwege de lage lichtintensiteit horen deze bakken wel in een donkere ruimte te staan, om te voorkomen dat omgevingslicht weinig heldere inkijk in de bak geeft.

Naast een zeer lage lichtintensiteit, lijkt bovengemiddelde waterbeweging goed te werken om diffusie en distributie van gassen en stoffen te stimuleren. Op het niveau van high tech, waarbij we alle bladeren een beetje in beweging zien. Voor grotere aquaria maakt het gebruik van meerdere pompen of filters dit mogelijk, zonder vanuit één punt heel veel beweging te creëren.

Walstad

Een andere low tech variant. Walstad gaat uit van een cellulose-rijk substraat in combinatie met geen waterbeweging, teneinde de CO2 concentratie iets te verhogen. De effectiviteit is op verschillende gronden discutabel. De rol van vissen is niet veel anders dan voor andere low tech varianten. Vissen scheiden afvalstoffen uit, waar microben mineralen uit vrij maken.

Vernoemd naar Diana Walstad die in 1999 de referentie voor low energy beplant aquaria schreef: Ecology of the Planted Aquarium. Een Walstad gaat uit van een cellulose-rijk substraat, waaruit CO2 als bijproduct van decompositie vrijkomt. Daarnaast zou waterbeweging minimaal moeten zijn zodat de CO2 concentratie hoger kan zijn dan de concentratie dat ontstaat bij de pH en atmosferische CO2 equilibrium.

De werking van een cellulose-rijk substraat is discutabel. En het beperken van waterbeweging is Diana Walstad zelf op teruggekomen, dat hier ook nadelen aan kleven.

De CO2 concentratie in een low energy beplant aquarium schommelt zo rond de 1 en 3 ppm op basis van CO2 diffusie via het wateroppervlakte, fotosynthese, microbiële activiteit en respiratie van met name vissen.

Waterbeweging is niet noodzakelijk maar ik heb wel het idee dat planten er beter door gaan uitzien, omdat stoffen en gassen geleverd en afgegeven worden. Ik gebruik hier meestal een filtertje zonder filtermedia voor.

Heb je nog weinig ervaring en wil je aan de slag met een beplant aquarium, lees hier hoe je heel eenvoudig een beplant aquarium zonder CO2 kunt opzetten.

Blijf scapen,
Ruud

PS. Heb je vragen of opmerkingen? Stuur me gerust een bericht: