7 mythen in de aquariumhobby
Onder hobbyisten wordt kennis over de aquariumhobby van generatie op generatie overgedragen. Omdat 1) de kennis eenvoudig is, 2) het bepaalde resultaten lijkt te verklaren, en 3) door eigen ervaring niet makkelijk weerlegd kan worden, zal deze kennis over 50 jaar waarschijnlijk nog steeds worden overgedragen.
1. Het indraaien van een aquarium is noodzakelijk
Aanname: ammoniakvergiftiging is de oorzaak voor de dood van vissen na introductie in een nieuw aquarium.
Indraaien verwijst naar het koloniseren van microbiota, zoals bacteriën, die organische stoffen en ammoniak omzetten naar anorganische stoffen respectievelijk nitraat. Vaak wordt veronderstelt dat het indraaien een lineair en eindig proces is dat moet worden gestimuleerd, moet worden geleid, en (betrouwbaar en accuraat) gemeten kan worden.
Maar de stikstofkringloop is veel te belangrijk en veel te groots om alleen onder bepaalde condities te lopen. Het introduceren van “leven” is voldoende voor het laten ontstaan en groeien van microbiota, ongeacht de condities van een aquarium. Het introduceren van “dood”, zoals dode bladeren van bomen, werkt ook.
Een aquarium “draait zichzelf in”. De hobbyist kan zich beter druk maken om bepaalde stressoren te voorkomen die structureel in een aquarium voor kunnen komen, dus ook tijdens de opstart, en die kunnen leiden tot problemen, verval, en vroegtijdige dood. Lees er over in het artikel over het Opstarten van een aquarium.
2. Een aquarium moet schoon worden gemaakt
Aaname: vies en vuil is slecht en ongezond.
“Zelf zou je ook niet in je eigen stront willen rondzwemmen” is een van mijn favoriete argumenten waarmee hobbyisten soms pleiten om aquaria schoon te houden. Maar de vergelijking snijdt geen hout. Vissen zwemmen wel in hun eigen stront. Dat hebben ze nooit anders gedaan.
Mensen kunnen uitscheiding of plantenresten op de bodem als viezigheid beschouwen. Echter, verval en afbraak is een essentieel onderdeel voor geboorte en groei in de natuur.
Zelfs water hoeft niet per definitie ververst te worden. Te hoge concentraties van mineralen, waaronder nitraat, moet worden voorkomen. Te weinig mineralen moet worden vermeden, tenzij een zwartwater biotoop wordt beoogd. Een plantenfilter is voldoende om de mineralen concentraties te reguleren.
Lees er over in het artikel Waterwissels.
3. Water moet geschikt zijn voor vissen
Aanname: kraanwater is geen natuurlijk water.
Voor het kweken van bepaalde vissoorten mag je de eigenschappen van water gaan managen. Maar volwassen vissen kunnen echter prima overweg met verschillende waarden pH, KH en GH, en zelfs met fluctuaties binnen redelijk ruime bandbreedten. In de meeste gevallen is onbewerkt kraanwater prima geschikt om als aquariumwater te gebruiken.
In sommige landen wordt chlorine of chloramine in kraanwater gebruikt. Chloor is vrij makkelijk te verwijderen door het water een dagje te beluchten met een luchtpomp. Chloramine vraagt om een behandeling met bijvoorbeeld natriumthiosulfaat.
4. Een aquariumfilter is noodzakelijk
Aanname: een filter houdt het water schoon, of, iedereen gebruikt het dus dan zal het wel nodig zijn.
Er bestaan verschillende filters voor verschillende doeleinden. De gangbare filters met filtermedia hebben als primaire functie het in beweging brengen van water.
Water beweegt per definitie, zelfs als je het niet ziet (door atmosferische druk, thermodynamiek en beweging van dieren), maar een filter brengt het water sterker in beweging waardoor schadelijke stoffen effectiever worden afgebroken en gassen (CO2 en O2) effectiever uit de atmosfeer wordt opgenomen en verdeeld.
De micro-organismen die schadelijke stoffen omzetten naar mineralen, verbruiken daarbij veel zuurstof. Een oversized externe filter heeft niet per definitie meer opgeloste zuurstof dan de ruiten van je aquarium. Een oversized externe filter is wel heel goed in het verzamelen van afval en eventueel plantenresten, waardoor de waterbeweging juist minder kan worden.
Om deze reden gebruik ik filters zonder filtermedia. Louter om water in beweging te krijgen. De planten en microbiota in het aquarium houden het water schoon en zacht. Maar ook zonder filters is het prima mogelijk om beplante aquaria met een lage vissendichtheid te houden.
5. Het water moet worden verwarmd
Aanname: onverwarmd water is koud water.
De temperaturen die je online aantreft voor het houden van bepaalde vissoorten, zijn heel vaak gebaseerd op kweekcondities. De aanname is dat een vis dat reproduceert een gelukkige vis is. Reproductie is echter heel vaak seizoen- en regiogebonden, maar niet met welzijn.
De lente komt, de dagen worden langer, de temperatuur stijgt, overstromingen doen het water verzuren, et cetera.
Door het water te verwarmen conform temperaturen die online worden gecommuniceerd, houd je een vis dus onbedoeld het hele jaar door in “standje kweek”.
Niet verwarmde aquaria worden vaak beschouwd als “koud water”. Geschikt voor vissoorten uit “gematigde” gebieden in de wereld. Maar als het aquarium in een woonkamer staat, dan zal het veel meer weg hebben van subtropische condities. Veel soorten gourami’s, barbelen, danio’s, dario’s, modderkruipers, et cetera, doen het beter als water fluctueert conform dag-nacht ritme en conform de seizoenen.
Kamertemperatuur is gedurende de zomer ook geschikt voor tropische vissen. Voor sommige vissoorten kan het gedurende de winternachten koud zijn; dan biedt verwarming uitkomst.
6. Stabiliteit en balans zijn belangrijk
Aanname: stabiliteit en balans is de sleutel tot een gezond aquarium
Dit zijn twee verschillende concepten waarmee continue wordt geschermd. Het doet me altijd denken aan de titel “Pampered inside, pestered outside” van een gelijknamige studie. Oftewel, buiten zijn de omstandigheden onstuimig, terwijl ze binnen veel stabieler zijn.
Balans wil zoveel zeggen dat concentraties van verschillende actoren in juiste verhouding zijn. Heel vaak komt dit concept terug in de discussie over beplante aquaria. Als het aquarium ‘in balans is’, wordt de kans op algen kleiner. Vaak zou het een balans tussen nutriënten, licht en CO2 betreffen. “Want te veel nutriënten, is voeding voor algen”. Ga die concentraties maar een reguleren, zodat je exact voldoende hebt voor planten en er niets voor algen overblijft. En voorts: waarom zouden planten vooraan de rij voor het nutriënten-loket staan? En hebben algen, die geen terrestrische structuren bouwen, niet veel minder behoefte aan nutriënten?
Een hoge concentratie planten in een aquarium is effectief in het bestrijden van algen, door de aanmaak van natuurlijke bestrijdingsmiddellen. Mits er voldoende voedingsstoffen aanwezig zijn. Liever wat teveel voedingsstoffen, dan te weinig (zie Estimative Index).
Om een beplant aquarium gezond te houden, is een onbeperkte aanwezigheid van voedingstoffen, wat extra toegevoegd CO2 gas en een lage lichtintensiteit, een openbaring voor veel hobbyisten. Uiteraard mag je dit balans noemen (onbeperkt : wat extra : lage).
“De balans” zou voorts stabiel moeten zijn. Fluctuaties zouden slecht verteerd worden door planten en dieren. Hier worden vaak de waterwaarden benoemd, met name de pH en de temperatuur. Dat licht hier niet onder moet vallen, zou dan weer heel logisch zijn. Immers, ’s nachts is het donker en overdag is het licht.
Maar temperatuur is een functie van licht. Als het licht toeneemt, neemt doorgaans de temperatuur toe. Aquariumwater wordt heel vaak (onnodig) verwarmd met een element (zie punt 5). En die houden de temperatuur binnen een bandbreedte, vrij constant. Er vindt ’s avonds geen daling plaats.
De pH is een onbegrepen fenomeen. De pH constant willen houden is zoiets als het constant willen houden van zuurstof in de kamer waar je in zit. Dieren en planten zijn tot op zekere hoogte prima in staat om hun eigen pH te reguleren. Aquariumwater heeft doorgaans een pH dat ergens tussen de waarden 6 en 8 ligt. Je moet moeite doen om het structureel lager of hoger te houden. Laat het los…
7. Een klein aquarium is moeilijk te houden
De uitdagingen worden groter als je een Oscar vis, Astronotus ocellatus, in een kleinere bak houdt. Een Oscar vis hoor je niet in een kleine bak te houden. Als je kiest voor een kleiner aquarium hoort alles naar beneden te schalen. Er passen bijvoorbeeld minder planten in een kleinere bak, maar de fluctuatie in pH die we in een klein, vol beplant aquarium zien, is zeer gelijk aan de pH fluctuatie in een groot, vol beplant aquarium.
Een klein aquarium is wél gevoeliger voor omgevingslicht en temperatuur. De temperatuur schommelt sterker in een klein aquarium als de temperatuur in de kamer sterk fluctueert. Maar buiten dat is een klein aquarium niet moeilijker te houden dan een groot aquarium.
Tot zover 7 enigszins willekeurige mythen. Over aquariumplanten bestaan er ook een heleboel mythen. Bijvoorbeeld:
Planten hebben een voedingsbodem nodig
Aanname: (terrestrische) planten nemen mineralen op via de wortels.
Planten groeien in ieder substraat. Plantenvoeding (mineralen) die in het water worden toegediend worden via de bladeren opgenomen en een deel van mineralen komt in het substraat terecht, waar ze via de wortels worden opgenomen. Dit geldt ook voor zwaardplanten en cryptocoryne planten.
Maar wil je een voedingsbodem gebruiken. Dat is ook helemaal prima.
Verschillende bodems zouden verschillende eigenschappen hebben. Veel van de theoretische kennis is afkomstig van terrestrische omstandigheden (plantenteelt) en eigenlijk ook voor die omstandigheden van kracht (zoals uitspoeling van mineralen). In een aquarium gelden andere wetten. Substraat is vaak maar 5 a 10 centimeter in hoogte en van onderen potdicht gemaakt door een glasbodem. Het voeden van planten in een aquarium is daarom super makkelijk.
Problemen met planten in een aquarium zijn bijna altijd toe te schrijven aan CO2 en de relatie van CO2 met lichtintensiteit.
Planten hebben goede verlichting nodig
Aanname: het wordt in de hobby aangeboden, dus dan zal het wel ten goede komen.
Het kan planten niet schelen of je een duur, full spectrum topverlichting hebt hangen of een goedkoop bureaulampje. De topverlichting zal je beplante aquarium heel anders doen laten ogen. Je planten zien er waarschijnlijk voor het oog veel beter uit. Al zal een goedkoop bureaulampje weer heel goed kunnen werken voor een biotoop aquarium.
Afijn, planten hebben behoefte aan een minimale hoeveelheid lichtintensiteit. Die hoeveelheid ligt een flink stuk lager dan de meeste hobbyisten veronderstellen. Het is juist te veel intensiteit waardoor planten in de problemen komen, zeker als het aquarium nog jong is, de plantendichtheid laag is, en /of er geen CO2 gas wordt geïnjecteerd.
Ieder aquariumplant, oftewel een plantensoort die vaak in de aquariumhobby wordt gebruikt, kun je heel gemakkelijk houden als er CO2 gas wordt toegediend, zelfs bij sterk gedimd licht. Dit is geen pleidooi voor het gebruik van CO2 gas. Heel veel plantensoorten kun je houden zonder het toedienen van CO2 gas, mits je de lichtintensiteit reguleert.
Of deze is ook niet uit de populaire opinie te slaan:
Planten hebben ijzer nodig om rood te kleuren
Dat klopt. Maar planten hebben hier ook stikstof, kalium, calcium, magnesium, fosfor, zwavel, chloor, boor, mangaan, natrium, zink, koper, nikkel en molybdeen voor nodig. De rode tint is eencoping-mechanisme van planten dat ontstaat door bepaalde stressoren. Een hoge lichtintensiteit is de meest gebruikte stressor om bepaalde plantensoorten rood te laten kleuren.
Afijn, ik kan nog wel even doorgaan met planten en mythes.
Richtlijnen
Met slechts enkele richtlijnen kun je een aquarium heel makkelijk, heel lang gezond houden:
- Beperk het aantal vissen en vissoorten sterk
- Dim verlichting te allen tijde en houdt temperatuur aan de lagere kant
- Maak gebruik van plantenfilters, zeker als je geen of weinig planten in het aquarium zelf houdt
- Voeg dode boombladeren in het aquarium toe
Blijf scapen,
Ruud
Heb je vragen of opmerkingen? Stuur me een bericht: